Bekijk hier het lied: Ballonnetje

Muzikale spelletjes

  • Baby 0-1 jaar

Met dit liedje ben je vooral bezig met de grote motoriek.

Nodig: ballon aan een touwtje.

Blaas een ballon niet te hard op en maak er een touwtje aan vast. Leg je baby op een speelkleed op zijn rug met blote voeten. Zing het lied en laat de ballon tegen de voeten stuiteren en na een tijdje zal de baby zelf met de voeten proberen de ballon te raken en heb je een soort lucht-voetbal. Laat je baby nooit alleen met een ballon!

  • Dreumes 1-2 jaar

Met dit liedje ben je vooral bezig met grote motoriek.

Nodig: een doorzichtige doek en ballonnen.

Laat je kind op de grond zitten, liggen mag natuurlijk ook, en beweeg het doek met de ballonnen op en neer boven je kind. Ze zullen proberen tegen de ballonnen te duwen en dat is ook de bedoeling. Als er eentje van het doek valt dan doe je die er weer op aan het einde van het liedje.

Tot slot kun je de punten van de doek aan elkaar knopen en heb je een hele grote ballon om over te gooien of te schoppen. Mocht er een knappen dan zit het veilig in het doek, maar dat is wel even schrikken natuurlijk.

  • Peuter 2-4 jaar

Met dit liedje ben je vooral bezig met grote motoriek en het is een sociale activiteit.

Nodig: een parachute en voor elk kind een ballon.

Zing het lied en gooi de ballonnen in de lucht en probeer er samen voor te zorgen dat ze niet op de grond vallen. Leg ze na een tijdje op een grote parachute en terwijl je het liedje zingt wapper je samen met de parachute de ballonnen omhoog en vang je ze weer op. Doel is dat ze op de parachute blijven. Valt er een vanaf dan leg je die pas op het eind van het lied weer op de parachute.

  • Vanaf 4 jaar

Met dit liedje ben je vooral bezig met doen-alsof fantasiespel.

Nodig: een ballon.

Sta in een grote kring en terwijl we het liedje zingen gooien we om de beurt de ballon over tot hij weer terug is bij het begin van de kring. Daarna haal je de ballon weg en doe je net alsof je een ballon opblaast die steeds groter wordt. Doe er zogenaamd een knoopje in als die groot genoeg is. Gooi de ballon naar het kind naast je die hem opvangt. Dan moet die hem weer overgooien naar het kind naast hem en zo gaat de nepballon de hele kring door. Als de ballon weer terug is, pak je zogenaamd een spelt en prik je hem lek en roep je allemaal pang! Je blaast een nieuwe ballon op die of groter of kleiner is. Nu kijk je naar iemand aan de overkant van de kring en gooi je de ballon naar hem toe, die hem vervolgens op moet vangen en weer naar een volgende aan de overkant gooit. Zing het liedje kijk wie de ballon vast heeft aan het einde van het liedje? Die mag de ballon zogenaamd kapot prikken en een kleur uitkiezen voor de volgende nepballon en deze zelf opblazen. Heb je heel veel kinderen dan kun je nu ook meerdere kleine kringetjes maken.

Het is leuk om hierna samen te knutselen terwijl je af en toe het liedje nog eens zingt. Klik hier voor Ballonnenknutsel.